Wielermuseum Roeselare:
om duimen en vingers
bij af te likken

door Bert Bevers

In het charmante West-Vlaamse stadje Roeselare is aan het Polenplein het Wielermuseum Roeselare, het WieMu, te vinden. Ik was daar onlangs voor het eerst, en de kennismaking was bijzonder aangenaam. Je ziet hier aan alles af dat de collectie uitermate liefdevol is samengesteld. Het museum biedt een uniek en boeiend parcours langs de geschiedenis van de fiets als zodanig, en meer in het bijzonder langs die van de wielersport.

Bij binnenkomst heb je niet zo onmiddellijk in de gaten wat er zo bijzonder is aan de inrichting, maar na enkele meters dringt het tot je door: je hebt de indruk dat je over kasseien kuiert, maar de facto betreft het vloerbedekking met kasseimotief! Alleen dat al vind ik hoogst origineel.


Middels heldere teksten wordt de geschiedenis van het rijwiel uiteengezet. Mooi is dat er ook exemplaren van allerhande modellen staan uitgestald. Van de alleroudste primitieve vélocipède tot het allernieuwste type koersfiets. Aardig is beslist ook de ouderwetsche fietsenmakerij die zorgvuldig is nagebouwd. Aan de wanden allerhande merkplaten in email, en in kasten de verschillende modellen fietsverlichting die door de jaren heen in zwang zijn geweest.



Voor de koersliefhebber zijn uiteraard de afdelingen die aandacht besteden aan renners en wedstrijden het interessantst. Om duimen en vingers bij af te likken! Er is (hoe kan het ook anders?) een speciale Eddy Merckx-afdeling. Truitjes, petjes en fietsen te over. Affiches waarop klassieke koersen worden aangekondigd, foto's, schilderijen, beeld- en geluidsfragmenten en trofeeën geven een fantastisch beeld van de rijke Belgische wielergeschiedenis.


Je kunt het zo gek niet bedenken of het Nationaal Wielermuseum heeft het in huis. Een gesigneerde foto van Rik Van Looy (de wereldkampioen van 1960 en 1961, met Georges Ronsse, Rik Van Steenbergen, Gianni Bugno en Paolo Bettini de renner die zijn wereldtitel wist te prolongeren), naast een van de fietsen waarop hij triomfen vierde. Of een portret van Stan Stanneke Ockers, de helaas veel te vroeg overleden wereldkampioen van 1955.

Er is aandacht voor grootheden uit het verre verleden als Jean Aerts, Karel Kaers, Marcel Kint en Eloi Meulenberg maar ook voor kampioenen van recenter datum als Johan Museeuw en vanzelfsprekend Tom Boonen.

Het mag geen verbazing wekken dat het Nationaal Wielermuseum ruime aandacht besteedt aan Jean-Pierre Monseré, de wereldkampioen van 1970. Jempi Monseré is namelijk een zoon van Roeselare. De talentvolle coureur kwam op amper 22-jarige leeftijd bij een tragisch ongeval om het leven. De herinnering aan de Roeselaarse wereldkampioen wordt in een aparte ruimte levend gehouden. Een hoekje is ingericht in de stijl van de periode waarin hij zijn grootste succes boekte, met een zithoek en een televisietoestel uit die jaren. Ook zijn er in vitrines foto's, documenten allerhande, krantenartikelen en posters te bewonderen alsmede parafernalia als bijvoorbeeld de single die Andy Bell destijds opnam om Jempi te eren met daarop de nummers Jempi Monseré is wereldkampioen en Ik hou zoveel van de wielersport, opgenomen met begeleiding van het Orkest A. Hennebel. Een ontroerende zaal.

Erg aardig zijn ook de wielergedichten die smaakvol ingelijst tussen al dat prachtige materiaal hangen. Met door de wielersport geïnspireerde poëzie van Patrick Cornillie, Herman Laitem, Tom Lanoye, Patricia Lasoen, Paul Rigolle, Bart Vanreusel, Miel Vanstreels en Willie Verhegghe.

Het Wielermuseum Roeselare, het WieMu, is een heuse aanrader! Het is te vinden aan het Polenplein 15, 8800 Roeselare. Het is telefonisch bereikbaar onder nummer 051-268740 en op de elektronische snelweg via wielermuseum@roeselare.be. Er is ook een website: http://www.wielermuseum.be/. Het WieMu is van dinsdag tot en met zaterdag open van 10.00 tot 17.00 uur (gesloten op zon-, maan- en feestdagen).